Hoe beleefde Frans Bauer de zomervakanties in zijn kinderjaren? Trokken de Bauers wel eens op reis? De zanger komt met een veelzeggend antwoord…
“Wij gingen altijd op vakantie in eigen tuin”, lacht Frans Bauer in Primo. “Ik vond dat helemaal niet erg. En dat had zijn reden. Mijn ouders konden niet lezen of schrijven, dus met de auto naar het zuiden van Frankrijk of Spanje rijden, met een kaart op de schoot, dat was onbegonnen werk.” Al waren er wel kortere trips…
“Dus waar gingen we naartoe? Gewoon de grens over met jullie land, naar Antwerpen”, vertelt Frans Bauer in het Vlaamse blad ‘Primo’. “Dan zat ik achterin met een tas vol met brood, gekookte eieren en koffie. We namen alles mee, ook al was het maar 40 minuten rijden van bij ons.” De planning was altijd hetzelfde…
“Dan gingen we eerst naar de Zoo van Antwerpen en vervolgens naar de Vogeltjesmarkt. Ik weet nog goed: daar zag ik voor de allereerste keer een bekende artiest in levenden lijve.” En wie was die bekende artiest?
“Eddy Wally. Hij stond er op de markt met handtassen. Ik zal het nooit vergeten. Net zoals ik de worstenbroodjes en de Antwerpse wafels ook nooit zal vergeten. Op weg naar huis passeerden we langs de goud- en diamantbuurt. Dat was een bezienswaardigheid. Zalige dagen vonden we dat. En in de laatste week van de zomervakantie gingen we ook nog eens een dagje naar De Efteling of Bobbejaanland.” En dat was telkens het hoogtepunt van de hele zomervakantie…
“Toen we daar aankwamen waren mijn broer en ik als losgeslagen gekken”, lacht Frans Bauer in Primo. “We gingen overal in en op, we leefden ons helemaal uit. Als klap op de vuurpijl kregen we ’s avonds frietjes. Man toch, dat waren voor ons onvergetelijke momenten.” En dan trekt Frans Bauer een opvallende vergelijking tussen zijn kinderjaren en hoe de kinderen van nu hun jeugd beleven…
“Tegenwoordig is zo’n bezoek aan een pretpark voor een kind de normaalste zaak ter wereld, maar voor ons was dat uniek, amper één keer per jaar”, benadrukt Frans Bauer in gesprek met Primo.