Jean-Marie Pfaff heeft zijn succes nooit cadeau gekregen. Als kind groeide hij op in een woonwagen en werd hij al snel bestempeld als een zigeuner of ‘barakkenman’. Hoe hard kwam dat aan als kind?
“Dat was hard”, geeft Jean-Marie Pfaff toe in Humo. “Mijn vader is dan ook nog eens vroeg gestorven, vier dagen na mijn 12de verjaardag.” Zijn vader overleed aan de ziekte met een K. Het gezin ging wanhopig op zoek naar een geneesmiddel…
“Alles hebben hij en mijn moeder geprobeerd opdat hij toch maar zou genezen”, vertelt Jean-Marie Pfaff in Humo. Uiteindelijk lieten ze zelf een kwakzalver toe…
“Maar die kostte alleen maar geld. Hij sneed een levende haas de keel over, waarna mijn vader het bloed moest drinken”, doet Jean-Marie Pfaff zijn verhaal in Humo. “Allemaal flauwekul en bedrog, natuurlijk.”
Uiteindelijk zou zijn vader op amper 59-jarige leeftijd overlijden. “Mijn moeder bleef achter met negen kinderen. Het was 1965. Dat was niet vanzelfsprekend. Ook niet voor mij”, geeft Jean-Marie Pfaff toe. Al wil de legendarische keeper één iets benadrukken…
“Als kind heb je iemand nodig die je steunt én die je corrigeert als je fouten maakt. Dat viel voor een groot deel weg. Pas op, ik heb een mooie jeugd gehad, hè. Maar toen mijn pa wegviel, werd alles toch wat moeilijker”, geeft Jean-Marie Pfaff toe in Humo.