André Hazes zou nooit uitvliegen tegen medewerkers of fans. En dat heeft hij allemaal te danken aan de manier waarop hij is opgegroeid. Het werd er gewoon ingeramd. De zanger formuleert het als volgt…
“Ik ben opgegroeid in een bekend gezin, waarin mijn zus en ik vaak te horen kregen: papa is beroemd, dus jullie moeten je gedragen”, vertelt André Hazes junior in gesprek met het Vlaamse blad Humo. “Dat is er zo in geramd dat ik het nog steeds meetors.” Met grote gevolgen, zo blijkt…
“Mijn angst voor publiekelijke vernedering is daar trouwens uit voortgekomen”, geeft André Hazes toe in de Vlaamse pers. Al wekt de zanger wel eens ergernissen op. Dat beseft hij ook zelf…
“Ik probeer bijvoorbeeld altijd van alles een grapje te maken, en dat wordt niet altijd op applaus onthaald”, geeft André Hazes toe in Humo. En dan stelt er zich vooral één groot probleem…
“Vooral niet omdat mijn humor nogal zwart is.” En dan volgt er een concreet voorbeeld. “Laatst moesten we onze auto parkeren bij ‘Tien om te zien’, waarna we met een pendelbusje naar het podium werden gereden.” Wat gebeurde er toen?
“We vertrekken, maar iemand in het busje heeft zijn gordel niet om, dus je hoort zo’n signaal: póém, póém, póém. ‘Zou je misschien je gordel om willen doen?’ vraagt de bestuurder aan de schuldige.” En dan pakte André uit met een (hilarisch?) grapje…
“Waarop ik, op bloedserieuze toon: ‘Doe maar niet, hoor. Dit is het laatste geluid dat ik van mijn vader hoorde.’ Dan schrikken ze natuurlijk wel even, hahaha, maar ik ga he-le-maal stuk”, lacht André Hazes in Humo. Al voegt hij er meteen één nuancering aan toe…
“Met niks dan liefde en respect voor mijn vader, natuurlijk”, benadrukt André Hazes in gesprek met Humo. (Je weet maar nooit of Rachel meeleest…)